donderdag 26 april 2012

Il pleut dans la Creuse

Toen we eind februari in de Creuse gingen wonen, belandden we in zomerse temperaturen en leek het alsof het hier altijd zo is. Neen, weten we inmiddels. Want het regent in de Creuse, al dagenlang, de ene dag meer dan de andere, maar feit is dat onze woonkeuken dagelijks bevuild wordt met onze modderlaarzen. Daarbij is het ook koud. Buurvrouw Martine, deze dagen gekleed in winters gebreide truien, klaagt steen en been. C'est l'hiver! Door het slechte weer en doordat Viggo voorjaarsvakantie heeft, staan de werkzaamheden in en om het huis op een wat lager pitje. We zijn verdergegaan met het schoonmaken van de 'bijgebouwen'; zo werd ons vermoeden bevestigd dat het 'broodovenhuisje' achterin de tuin inderdaad de vroegere broodoven was. Aan de achterkant zit een rond uitbouwtje, dat echter helemaal ingestort is. Terwijl we het schuurtje binnen aan het uitmesten waren, werd geleidelijk aan het luik van de broodoven zichtbaar. Het is momenteel geen prioriteit, maar mochten we nog eens tijd over hebben, gaan we de broodoven zeker herstellen en wie weet ook gebruiken. Vooralsnog hebben we onze moderne broodbakmachine en een dagelijks vers stokbroodje.
Het oude broodovenschuurtje stond vol met eikenhouten boomstammen die we kortgezaagd en gekloofd hebben voor de kachel. Ook hebben we verder gewerkt aan de afwatering in de tuin; een pittig klusje, door de vele keien die we weg moeten hakken alvorens we de grond weg kunnen scheppen. Door de vele regen verandert het gebied bij de toegangspoort in een moeras; hier willen we zo snel mogelijk grind storten. Maar dan moet eerst de afwatering in orde zijn.
Met het vooruitzicht op twee weken schoolvakantie was ik ook naarstig op zoek naar activiteiten en speelkameraadjes voor Viggo. We hebben onze zinnen gezet op Remi (uitspraak volgens Viggo: 'Riemie'), het zoontje van de bakker (tien minuutjes met de auto), en tevens klasgenootje van Viggo. Een gezellig corpulent ventje met bolle wangen en een guitige uitstraling. Kortom, een prima speelkameraadje voor Viggo. Aangezien ik nog onbekend ben met de Franse 'rules' rond speelafspraakjes, heb ik Remi's moeder - met wie ik tot op heden nog niet veel meer heb uitgewisseld dan 'un pain s'il vous plait' - nog niet durven vragen of Remi misschien een keertje bij Viggo wil spelen. Daarentegen heb ik wel een leuk gesprekje gevoerd met de moeder van een ander klasgenootje, een docente Frans zo bleek, bewerkstelligd door de kleine Naomi zelf, die enthousiast op ons autoraam klopte waarachter Viggo haar een beetje schaapachtig observeerde. Zo kwam ik er achter dat er voor kinderen tijdens de vakanties best het een en ander georganiseerd wordt, zoals een tweedaagse 'stage cirque' in een naburig dorp. Aangezien de kinderen met een busje vanuit Auzances vervoerd worden, en er niet per se voor Viggo bekende kinderen en begeleiders bij zijn, hebben we besloten dat dit waarschijnlijk voor Viggo nog wat te veel van het goede is.
Viggo is nu gewend om hele dagen naar school te gaan, en hoewel hij bij het afscheid 's ochtends nog altijd huilt, lijkt het verder allemaal goed te gaan en heeft hij het er naar zijn zin. Laatst had hij volgens de juf zelfs grapjes gemaakt. Omdat ik wilde uitzoeken waar de schoolbusjes parkeren, en daarom om het schooltje heen liep, zag ik per toeval hoe de kinderen het speelpleintje op renden en zag ik Viggo blij op de wip met een kleine Francaise. Tot nu toe heb ik hem gebracht en gehaald; na de vakantie gaat hij met de schoolbus. Viggo zeurt hier al lang over. 'Monsieur Bernard', de chauffeur van Viggo's schoolbus, is al een begrip bij ons thuis en - zoals Viggo over hem spreekt - nu al zijn beste vriend. Toch zal het straks, puntje bij paaltje, nog niet makkelijk zijn om onze vierjarige op het busje te zetten. Voor hem niet en voor ons ook niet. Hoe lief Monsieur Bernard ook is.
Door de regen kunnen de kinderen nauwelijks buiten spelen, en zo besloten we zaterdag het zwembad op te zoeken. Een website over toerisme in de Limousin leerde ons dat we de keuze hadden uit een zwembad in Aubusson en een in Evaux les Bains. Zwembroeken en een zwemluiertje voor Manu bij elkaar gesprokkeld, handdoeken ingepakt, en zo togen we vol goede moed naar Aubusson. Het zwembad bleek echter verbouwd te worden, hoewel de aanblik van dit trieste gebouw meer deed vermoeden dat het elk moment afgebroken kon worden. Een briefje op de deur verwees ons naar een zwembad in Felletin. Deze was wel geopend, maar we bleken daar niet zomaar, zonder inschrijving en betaling bij de Communaute de communes, terecht te kunnen. En dus togen we in de stromende regen, en met een diepteleurgestelde Viggo, terug naar huis. Pannenkoeken (voor Viggo en Manu een lekkernij als voor ieder ander kind, en voor Rob en mij een alternatief voor de zo gemiste Vleutense Chinees en patatzaak) maakten de dag nog een beetje goed.
En waar in Nederland het kabinet viel, stemmen de Fransen deze weken op een nieuwe president. Alle buurtgenoten togen zondagochtend naar het dorp - natuurlijk met de auto, want (functioneel) fietsen is de Fransen vreemd - om te stemmen. Het was zowaar een drukte van belang op ons weggetje naar het dorp, waar ik met Manu in de wandelwagen tussen twee regenbuien door een wandelingetje maakte. Op een gegeven moment stopte een witte Citroen, met een dame op leeftijd (what's new) die met grote ogen van verbazing vroeg waar ik dan wel vandaan kwam. Ze zette er zowaar, midden op de weg, de motor voor af. De dame bleek een vakantiehuis verderop te bezitten, maar woont normaal gesproken in Parijs, zoals zovelen in deze omgeving.
En zo verstrijken de dagen, en gebeurt er van alles, maar werklustige Hollanders als we zijn, te weinig naar onze zin. In Nederland liep het leven op rolletjes, waren de (werk)dagen volgepland van 's ochends vroeg tot 's avonds laat. Kinderen naar de creche, wij naar onze bazen. De dagen zagen er in grote lijnen hetzelfde uit en we leefden in zekere zin op de automatische piloot. Hier bepalen we zelf wat we gaan doen, hoe we het gaan doen, wanneer, etcetera. Deze ongekende vrijheid voelt regelmatig nog zeer onwennig; het ontbreekt nog aan structuur. Als we straks ook buitenshuis aan het werk zijn, en we Manu naar een oppas brengen, zal er meer structuur komen. We wisten dat er veel op ons af zou komen, maar we weten nu ook dat je je hier onmogelijk volledig op kunt voorbereiden. We leven met de dag, proberen ons huis en deze omgeving ons eigen te maken, en onze plannen voor werk en leven verder vorm te geven.

Houtblokken sjouwen met Viggo.

Met een ritje op de kruiwagen als beloning.

De oude broodoven.

De open haard in de woonkamer; we hebben inmiddels een kachel gekocht (in Nederland, moet nog deze kant op komen) voor de woonkamer zodat we ook deze ook lekker warm kunnen stoken, en we eindelijk weer eens gestrekt op de bank kunnen.



Lekker badderen.
Rob snoeit de rododendron voor het houthok.


Weer wat extra vierkante meters erbij...;-)
   

woensdag 18 april 2012

In therapie voor muizenfobie

De mensen die mij goed kennen, weten dat ik als de dood ben voor muizen. Ik heb een ware muizenfobie. Als kind had ik hier al last van, en deze angst werd in het oude huis waar we woonden met houten plafonds en veel kieren en hoekjes en gaatjes flink op de proef gesteld. Ik heb levendige herinneringen aan de nacht dat ik mijn vader midden in de nacht woest wakker maakte omdat ik geritsel hoorde in de inbouwkast van mijn slaapkamer. Een andere nacht - ik zal acht of negen geweest zijn en geheel slaapdronken - zei ik tegen mijn ouders dat ik een muisje had gezien met rode oogjes en een witte staart. Aan dat voorval word ik nog regelmatig herinnerd, en de ironische reacties waren niet van de lucht toen ik aankondigde op het Franse platteland te gaan wonen in een oude boerderij. En terecht. Natuurlijk is onze emigratie een enorm onzeker avontuur, waarbij er van alles mis kan gaan, en we in het slechtste scenario bankroet terug moeten naar Nederland. Allerlei redenen om bang en onzeker te zijn. Maar dit alles haalt het niet bij mijn angst voor muizen. Toen we afgelopen december de acte de vente gingen tekenen, en alle ruimtes nog een keer doorliepen, piepte er zo'n eigenwijs muizenkoppie uit het hooi in de aanpalende schuur. AAAAHHHH! Ik vond het er ineens allemaal helemaal prima uitzien, en heb in de auto gewacht tot Rob klaar was. We wonen hier nu een paar weken, en de eerste nacht heb ik geen oog dichtgedaan, ingespannen als ik aan het luisteren was naar mogelijk geritsel van muizen. Tot mijn grote opluchting - en verbazing - heb ik tot op heden nog niks gehoord of gezien. Een paar keer heb ik Rob, die oog heeft voor ieder minuscuul detail, gevraagd of hij al iets gezien heeft en of hij alsjeblieft eerlijk antwoord wil geven. Ook hij zegt niks gezien of gehoord te hebben. Omdat ik besef dat een dergelijke fobie niet helpt bij het je prettig voelen op het platteland, besloot ik aan mijn fobie te werken door het houthok op te ruimen en schoon te maken. We stoken binnen voornamelijk op hout, en de houtvoorraad slinkt snel. Belangrijk dus om zorgvuldig om te gaan met de blokken, en het ene deel van het hok te gebruiken voor het stookhout, en het andere voor het aanmaakhout. Met mijn hoge rubberen werklaarzen en werkhandschoenen aan durfde ik deze klus wel te klaren. Wroetend in het hout, veelal verpulpt door de langjarige opslag, kreeg ik begrip voor de muizendiertjes. Want wat moet het hier gezellig zijn met elkaar, lekker warm, en veel plekjes om gezellig verstoppertje te spelen. En hout ruikt ook zo lekker. Onderin lag het bezaaid met eikels, het lievelingsgerecht van de zogeheten relmuis of zevenslaper. Gelukkig hadden deze beestjes - in Nederland zelfs een beschermde diersoort en destijds voor de Romeinen een ware lekkernij - het hazenpad gekozen toen deze mevrouw de Hollandaise besloot schoon schip te maken met het houthok. Zeer tevree was ik met mijn moedige - en tevens nuttige - actie. Toen ik later die dag op zolder moest zijn om iets te zoeken in de vele verhuisdozen die daar nog onuitgepakt staan, meende ik wel geritsel te horen en was ik binnen enkele seconden weer beneden. Er zal dus nog vervolgtherapie nodig zijn om definitief met mijn fobie af te rekenen.

In therapie.

Verder werkten we aan het graven en uithakken van de vroegere afwatering die voorzag in de afvoer van het regenwater en de septic tank richting het weiland. Deze is echter helemaal dichtgeslibt waardoor de afwateringen niet meer goed functioneren. We voorzien alles van pvc buizen en drainage.




Viggo heeft een koptelefoon gekregen zodat hij met Rob op de zitmaaier kan zonder dat zijn oren schade oplopen. Dit is momenteel het meest geliefde speelgoed.

maandag 9 april 2012

'Onze boer'

De eerste week in ons huis zit er op. Door het mooie weer hebben we vooral veel buiten gewerkt. Met hulp van opa en oma - inmiddels alweer in Nederland - zijn de fruitbomen gesnoeid, en is het afvalhout opgestookt en in stukken gezaagd voor de kachel. Ook hebben we een naar schatting tweehonderd kilo zware, uitgehouwen granieten voederbak (trog), destijds voor de varkens, uit het stookhok getrokken en prominent op twee granieten stenen onder de lindenboom geplaatst. Dit deden we noodgedwongen op ouderwetse wijze, rollend over enkele boomstammen. Ook vonden we onder het vele afvalhout in de tuin een ronde granieten maalsteen, die nu als salontafel pronkt onder de boom, wachtend op mooie zomeravonden met een glaasje wijn. Al met al is het een smaakvol stenen prieel geworden.
Viggo kon niet langer wachten op de trampoline, en hoewel we de binnentuin die hiervoor bestemd is liever eerst hadden willen egaliseren, beseften we ook wel dat dit Viggo veels, en veels te lang ging duren, en dus besloten we de trampoline in elkaar te knutselen. Als Viggo maar hoog genoeg springt, geniet hij een prachtig uitzicht over de korenvelden. Manu heeft vooralsnog niet zoveel te vertellen op de trampoline, maar laat zich graag heen en weer butsen.
Over korenvelden gesproken...we kregen een telefoontje van de (Nederlandse) makelaar die op haar beurt was gebeld door - zoals wij hem inmiddels noemen - 'onze boer'. De 'onze' slaat op het feit dat het hier wemelt van de boeren, maar 'onze boer' werkt sinds jaar en dag op de weilanden die ons stulpje omgeven en die deels van ons zijn. We hebben destijds bij de koop bedongen dat er op ons land nergens 'recht van overpad' is, dit met het oog op de gites die we in de toekomst willen creeren in de vrijstaande schuur. Echter de boer had een probleem, vertelde de makelaar. Hij kon op een andere plek zijn velden niet op met een oogstmachine, als gevolg van twee eiken die de toegang van zijn dertien meter lange voertuig beletten. Zijn verzoek was of hij, alleen in de zomer en slechts enkele keren, toch tussen ons huis en de schuur het land op mocht. We gaven aan dat hij maar langs moest komen om zijn verzoek te bespreken, en aldus stond hij op een avond om zes uur - voor ons nog steeds ongeveer etenstijd - op de stoep. Als ik schrijf 'op de stoep', dan bedoel ik eigenlijk dat hij een paar keer op de deur klopt en dan al meteen in de keuken staat. Wij hebben geen voordeur met een bel zoals in Nederland, en onze Franse buren staan zeer regelmatig onaangekondigd voor de deur. Ze kloppen even voor het fatsoen, maar dan zijn ze ook meteen binnen. Vice versa doen wij hetzelfde; normaal gedrag hier op het platteland, en hoewel even wennen, weet ik vanuit mijn jeugd in een Brabants dorp niet beter. 'Onze boer' is bepaald geen keuterboer, die nooit buiten de Creuse is geweest. Zijn bedrijf telt zo'n tweehonderd koeien, hij beschikt over vijf tractoren, heeft personeel in dienst, hij heeft gestudeerd en voor een bank gewerkt, en reist geregeld met zijn gezin naar het buitenland. Onze boer was boos. Furieux. Op de notaris, notabene zijn eigen notaris, die betrokken was bij de verkoop van ons huis. Onze boer vond dat hij betrokken had moeten worden bij de verkoop en ons - kopers - minimaal een keer had moeten ontmoeten. We lieten hem uitrazen, maar aangezien mijn aardappelen dreigden aan te branden en Viggo en Manu intussen heel hard achter elkaar door de keuken holden onderwijl keihard gillend, vroegen wij de boer de volgende ochtend terug te komen. Aldus geschiedde. Mijn ouders waren zo aardig Viggo en Manu even mee te nemen, zodat wij rustig konden praten. Onze boer bleek alweer een stuk bedaarder en legde rustig uit wat zijn probleem was. We gaven aan dat hij zonder problemen gebruik kan blijven maken van onze grond, maar dat we onder geen beding groot materieel willen tussen ons huis en de schuur, maar dat hij wel een andere ingang kan gebruiken. Daarmee bleek het ijs gebroken. We struinden nog wat over de velden, om zeker te zijn dat we elkaar goed begrepen. Onze boer beloofde, in ruil voor het gebruik van de grond, ons te helpen met het bestrijden van de mollen in onze tuin, de binnentuin om te ploegen en te egaliseren en andere werkzaamheden uit te voeren waar groot materieel voor nodig is. We rondden, zeer tevreden, af met een goed glas wijn (waarna Rob en ik tot weinig nog in staat waren). Oh ja, onze boer heet Christian.
Verder lieten wij ons als Hollands gezinnetje van de goede kant zien door opgetogen deel te nemen aan een in deze regio goed gebruik met Pasen, namelijk gezamenlijk met de kinderen in het dorp paaseieren zoeken. Onze eigen buurvrouw Martine, lid van Viva Lioux, de feestcommissie van het dorp, had dit jaarlijkse festijn mede georganiseerd. De paaseieren bleken van plastic, en moesten na afloop weer ingeleverd worden. Beetje vreemd, vond volgens mij ook Viggo, die aanvankelijk nog enthousiast meedeed, maar al snel niet meer zo gemotiveerd was. Na afloop mochten de kinderen kleuren en plaatjes plakken en werd er jus de fruit en cake uitgedeeld en besloten we met z'n allen dat het een geslaagde middag was en dat het weer ook goed had meegewerkt.
Ik blaas dit verhaaltje graag uit met de trotse mededeling dat Viggo afgelopen vrijdag voor het eerst een hele dag heeft doorgebracht op school. En het ging goed! Viggo had volgens juf Claudine goed gegeten, maar hij wilde niet slapen, en had - terwijl de andere kleuters horizontaal op hun strechers lagen - wat zitten tekenen en lezen. Viggo uitte zich laaiend enthousiast over de kantine, alwaar het driegangenmenu wordt verorberd. Je zou als moeder bijna gaan twijfelen aan je eigen kookkunsten, aangezien we het dagelijkse bordje warm eten er bij Viggo meestal in moeten 'praten'. Vooral het chocoladetoetje mocht op zijn grote waardering rekenen. We merken dat hij ook meer open staat voor de Franse taal. We zijn lid geworden van de bibliotheek in Auzances, en geheel in de Paassfeer kozen we voor 'Adrien le Lapin', een uitgebreid verhaal over de avonturen van een paashaas van chocolade. Het viel me op dat Viggo niet na een paar bladzijden al verveeld raakte en dat hij het verhaaltje waarschijnlijk beter heeft begrepen dan zijn moeder.








De ruimte onder de hooizolder hebben we ontdaan van alle restanten van de jarenlange houtopslag, waarbij we een oud landwerktuig tegenkwamen.

De granieten, uitgehouwen trog is uit de oude varkensstal gehaald en wordt verplaatst naar onder de lindenboom.




Ons stenen prieel met de granieten maalsteen op de voorgrond en de oude voederbak op de achtergrond.