zondag 3 april 2016

Campagne 2.0

Finallement! Lente!
"Ik wil later boer worden", zegt onze vijfjarige Manu en hij kijkt vastberaden. Verrast zijn we niet want hij helpt graag buiten met alle voorkomende werkzaamheden en zijn eerste Franse woordje was 'tracteur'. Als de boer next door de velden om ons huis bewerkt, is hij niet uit de tuin weg te slaan en hij kan zijn geluk niet op als hij mee mag op de trekker.
"Dat is goed jongen", antwoorden wij, maar we weten beter. Het leven van de gemiddelde Franse boer ziet er minder idyllisch uit dan het plaatje doet vermoeden. Dalende prijzen voor graan, vlees en melk waardoor de boeren steeds meer grond en kostbare machines nodig hebben om het hoofd boven water te houden. De meesten zitten al tot hun nek in de schulden, velen geven er de brui aan en het toenemend aantal zelfmoorden onder Franse boeren is een trieste realiteit.
Een tijdje geleden was ik bezig met de verkoop van een huis met zo'n zeven hectaren land. Als je er geen plannen mee hebt, is het misschien veel, maar voor een boer in de Creuse met gemiddeld vijftig tot zestig hectaren land, is het niks. Toch namen verschillende agrariërs uit de omtrek contact op omdat ze nieuwsgierig waren wie de nieuwe eigenaar was, en of er wellicht land vrij zou komen om te kopen of te pachten. La terre, daar draait hier alles om.
'Op zoek naar Frankrijk', heet de zesdelige televisieserie van de VPRO op zondagavond op de buis, waarin de in Parijs woonachtige Nederlander Wilfred de Bruijn op subtiele, doch indringende wijze op zoek gaat naar het Frankrijk achter de clichés. De Bruijn laat de diepe kloof zien tussen bevolkingsgroepen, de illusie van gelijkheid, uitstervende dorpskernen en de opkomst van rechtse politieke partijen.
Met name de tweede aflevering - 'Intussen op het platteland' - bekeken we met grote belangstelling. La campagne, met rust, schoonheid en toerisme, maar ook met leegloop, armoede en boerenprotesten. De Bruijn neemt de kijker mee naar boeren in de Loirestreek. "Op het platteland werk je hard en verdien je weinig", vertelt een graanboer uit deze regio. Generaties lang heeft de familie van deze Franse akkerbouwer dezelfde tachtig hectaren bewerkt, maar volgens hem zijn er in de toekomst zeker tweehonderd tot tweehonderdvijftig hectaren nodig om te kunnen overleven. Het geld hiervoor ontbreekt en het land wordt opgekocht door grote (olie)bedrijven en Chinese investeerders. Hij zegt: "Over enkele jaren wonen wij niet meer op onze boerderijen, maar zijn we in loondienst van deze industrieën. Wij worden arbeiders op onze eigen grond. Net als vroeger, toen we voor de koningen en landheren werkten." Hij maakt zich zorgen om de toekomst van zijn zestienjarige zoon, die een landbouwopleiding volgt en wordt klaargestoomd om het bedrijf over te nemen.
In Nederland lijkt de situatie niet veel beter. De media berichten over Nederlandse melkboeren die hun melk onder de kostprijs moeten verkopen en in financiële problemen komen. Na de afschaffing van het melkquotum een jaar geleden zijn er ruim honderdduizend melkkoeien bijgekomen. De melkproductie neemt wereldwijd toe, maar de vraag neemt af. Veel boeren kunnen de aflossingen van investeringen in grotere stallen niet meer betalen. "Het zal toch niet zo zijn dat multinationals hier straks de koeien melken", vraagt Europarlementariër Annie Schreijer-Pierik zich in het Journaal bezorgd af.
Het is de vraag hoe het agrarische landschap en het Franse platteland in het algemeen er over vijftien, twintig jaar uit ziet. Dunbevolkte regio's als de Creuse vergrijzen in rap tempo. Winkeliers vinden geen opvolger meer waardoor winkels sluiten, medisch personeel verkiest de stad als werkplek en scholen sluiten noodgedwongen door een gebrek aan kinderen. Kan het tij nog gekeerd worden? Kunnen jongeren hier straks nog een bestaan opbouwen? We zijn er trots op dat we hier lokaal ons geld verdienen en een goed bestaan weten op te bouwen, daar waar de meeste jongeren wegtrekken. Degenen die blijven, verzanden vaak in werkeloosheid. Maar feit is dat we hard moeten werken, creatief moeten zijn en dat we onze pijlers op meerdere activiteiten richten. Welke mogelijkheden biedt het platteland aan de jeugd van nu?
Ik stuit op een interessante video uit 2015 van de trendwatcher Adjiedj Bakas, waarin hij voor 2016 een toenemend belang voor het (Nederlandse) platteland voorspelt. Kern van zijn verhaal is dat plattelandsregio's bezig zijn met een inhaalslag nu burgers via breedbandverbinding steeds intensiever verbonden raken met de rest van de wereld. Je kunt nu als beginnend ondernemer bij wijze van spreken vanuit een boerenschuur met een breedbandverbinding net zoveel computergeheugen en rekencapaciteit in de cloud inhuren als je wilt en zo doen wat een paar jaar geleden alleen grote bedrijven deden. Bijkomende voordeel zijn de lage kosten voor levensonderhoud en bedrijfsruimtes op het platteland. 'Veel plattelandsregio's zijn zichzelf opnieuw aan het uitvinden', zegt Bakas. Er is zelfs al een naam: 'Rurbanisatie'. Klein is het nieuwe groot. Rust en ruimte worden meer waard in een overbevolkte wereld. Plattelandsstadjes worden qua online kracht hele aantrekkelijke vestigingsplaatsen voor  ondernemers: E-towns.
Locatie onafhankelijk werken, zal in toenemende mate gebruikelijk worden. Wie weet kiezen onze jongens straks wel voor een bestaan in een tiny house met minimale vaste lasten en hoppen ze tussen verschillende landen? Ze spreken straks hun talen en het werk doen ze op een tablet die in de broekzak past. Wat kun je nog zeggen over de toekomst in een wereld die zo snel verandert.
Aan de andere kant: De Creuse is de afgelopen vijftig jaar niks veranderd, volgens mijn Franse buurvrouw die hier als klein meisje al in een 'Colonie de vacances' verbleef, een vakantieverblijf voor schoolkinderen uit grote steden. Dus waarom zou er de komende vijftig jaar wel iets veranderen? De Creuse is vermoedelijk het laatste departement waar de Chinezen komen. Het is tenslotte een eindje rijden van Parijs, en er zijn geen weelderige wijngaarden en wijnchateaus waar ze mee kunnen pronken. Bovendien, kan ik me voorstellen, is het best lastig communiceren met de boerenstand hier, de paysans, die vermoedelijk hun kaken stijf dicht houden en denken: Als ik maar lang genoeg niks zeg, gaan ze vanzelf wel weer weg.
"Maar HOE! kan ik dan boer worden, mama?", vraagt Manu als ik hem 's avonds in bed stop. Nog steeds dezelfde vastberaden blik in zijn ogen. Ik zeg: "Er is geen geheim van succes. Gewoon je best doen, iets leuk vinden en goede mensen om je heen verzamelen. Want alleen kan je niks en met zijn allen kun je alles." Verstoord kijkt hij me aan. "Johan Cruijff, liefje", zeg ik. "En ga nu maar slapen."

Jaarlijkse traditie: Paaseieren zoeken in het dorp.


En daarna knutselen in La Grange.




Terug van de carnavalsoptocht in Auzances.

De boys zijn naar de zolder verhuisd. Viggo's slaapkamer.
 


De tijdelijke slaapkamer van Manu. Hij verhuist weer naar de eerste etage zodra deze aangepakt is.

 

Mijn voorlopige werkplek, lekker warm vanwege de kachelpijp die door de muur loopt.
Zondag 10 april uitvoering van het Gelegenheidskoor (waarin ik zing) in de kerk in Aubusson. Komt allen!